Ondermijnende gedachten

Kiezen vanuit je diepste kern.

Datgene doen waar je volledig achter kan staan.

Je door niets of niemand laten tegenhouden. Hoe doe je dat?

Zouden we hierin wederom iets van kinderen kunnen leren?

Wikken en wegen

Gisteren had ik zo’n boeiende bijeenkomst met mijn geliefde intervisanten. We spraken over elkaars levens en waar we zoal dankbaar voor waren, maar ook tegen aan liepen. Eén thema wat voorbijkwam raakte me het meeste. Hoe maak ik keuzes? Baseer ik ze op een verlangen? Of komt er vaak ook een stuk verstand aan te pas? Wanneer luister ik naar mijn verstandelijke redenaties en wanneer naar het verlangen?

Ik bracht 2 situaties in waarin ik na een hoop gewik en geweeg een keuze maakte. En waarbij beide keuzes ook nog niet eens goed voelden. Bij de eerste had ik ‘ja’ gezegd tegen een oude kennis om langs te komen, terwijl mijn gevoel, of behoefte een ‘nee’ was. Simpelweg omdat het als een druk voelde en ik dit contact al een tijd geleden had afgesloten en het als waardevol ervaren had zoals het geweest was. Het voelde als het terugzoeken en lezen van een al goed weggeborgen boek.

Naast dat gevoel kwamen er ook gedachten om de hoek als ‘ja, maar om nu gelijk een ‘nee’ te verkopen is ook niet gastvrij’. ‘Misschien ben ik gewoon bang dat het te druk wordt wanneer ik haar uitnodig en dan zou ik een keuze maken vanuit de angst voor controleverlies’ en ‘ach, het wordt vast een leuk weerzien’. ‘Ik wil haar niet afwijzen’, enz.. Best verstandige redenaties bedacht ik me zo.

De tweede situatie die ik inbracht was dat ik juist graag intenser contact met iemand wil die voor het contact met mij zelf weinig onderneemt. Wat ik dan ga doen is me afwachtend opstellen waarin er een vleugje angst bij komt kijken ‘ben ik wel welkom bij de ander?’

“De gedachten die ik toelaat hielden mijn ware ik, mijn ware ‘mijn’ eronder. “

“Ondermijnende gedachten”! klonk het naast me. Ik schrok op uit mijn verhaal en was positief verbaasd. “Oh, ondermijn ik mezelf dan?”

Mijn redeneringen klonken mij als humaan in de oren, maar mijn intervisanten hoorden iets anders. Zij hoorden hoe ik mezelf ondermijnde. In de eerste situatie door gelijk weg te gaan bij mijn eerste impuls waarbij ik een ‘nee’ voelde en in het tweede geval door mezelf maar niet meer als welkom te zien en me, vanuit angst om teveel te zijn, maar terug te trekken.

Ondermijnend. Vannacht lag ik na te denken over dat woord: ondermijnend. Misschien staan de woorden ergens voor, maar ik vond mijn woordspeling toepasselijk. De gedachten die ik toelaat hielden mijn ware ik, mijn ware ‘mijn’ eronder. Het pure verlangen, zoals een kind dat kan hebben, werd afgedekt door gedachten die vermengt waren met angst.

Hoe mooi zou het zijn, zei mijn collega, wanneer we onbevangen op de ander konden afstappen en zeggen waar we behoefte aan hebben. “Nee, het komt even niet uit, want het lukt me niet, hoe graag ik ook tijd voor je zou willen maken”, of “ik heb zin om jou te zien, zullen we elkaar ontmoeten?” in plaats van in te vullen en af te wachten.

Wat mijn collega beschreef klonk als muziek en als een aloude waarheid in de oren. Waarom vergat ik telkens dat het leven ook zo kon. Wat voelde het vrij om dit mogelijke pad weer te kunnen gaan bewandelen. Weer die vrijheid van het blije kind in mezelf te nemen. Me niet te laten leiden door angst in het contact met de ander en te bewegen vanuit verlangen en behoefte i.p.v. vanuit ‘goedklinkende’ redenaties.

We kwamen erachter dat het in sommige gevallen wel goed is om naar je verstand te luisteren. O.a. door een diploma te halen, al heb je er geen zin in. Maar in die keuze zit geen angst en daar kies je ervoor om gehoor te geven aan je uiteindelijke doel of verlangen, ook al kan het je op korte termijn veel kosten. Onze slotconclusie was dat wanneer angst de motor is voor een verstandelijk besluit, angst voor bv. afwijzing, angst om de ander af te wijzen, angst om iets te  missen, dit geen goede raadgever is.

Vrij zijn als een kind

Hoe heerlijk de eenvoud weer. Ik mag leven als een kind. Niet teveel nadenken. Gewoon durven. Vrij zijn. Geen gedachten meer die het ‘mijn’ eronder houden, geen gewik en geweeg meer, maar gewoon, om bij de beeldspraak van het kind te blijven, ongegeneerd afstappen op iemand en vragen of deze mijn vriend wil zijn.. en nee durven zeggen wanneer ik niet met iemand wil spelen!

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *